Vetpercentage is belangrijker dan gewicht. Helaas richten nog te veel mensen zich op het gewicht. En dan vooral op het bijna dagelijks checken van het gewicht. Het meten van het gewicht kan tegenvallen en in dat geval kan het je motivatie belemmeren. Je hebt misschien het gevoel dat het toch geen zin heeft. Dit klinkt natuurlijk ietwat dramatisch maar toch is het voor een bepaalde groep mensen de waarheid.
Gewicht meten niet alles!
In de blog van vandaag wil ik je uitleggen waarom het meten van je gewicht lang niet alles is. Ik wil je daarentegen eerder benadrukken wat het vetpercentage zegt. Het is een betere maatstaf om te kijken welk lichaamsgewicht bij je past. Ik zal je ook meteen uitleggen op welke manieren je het vetpercentage kunt meten. Wil je zelf graag inzicht in je vetpercentage? Vraag dan een vrijblijvend coachgesprek aan. Of bekijk alvast de informatie over mijn unieke try-out actie.
Gewicht als maatstaf
Hoogstwaarschijnlijk meet je nu nog vooral het gewicht om te kijken of je goed bezig bent met afvallen. Je gewicht alleen meten is echter geen goede maatstaf. Het schommelt namelijk nogal. Er zijn meerdere factoren die je gewicht negatief kunnen beïnvloeden. Denk aan: de leeftijd, hormonen, medicijngebruik, hoeveelheid slaap, roken en stress. Op dezelfde dag kan het gewicht behoorlijk uiteenlopen. Wil je toch graag wegen? Doe dit dan ’s ochtends vlak na het plassen.
Wat is vetpercentage?
Bij het vetpercentage gaat het om de hoeveelheid vet die is opgeslagen in je lichaam. Het is het totale gewicht in mindering van de vetvrije massa. Met de vetvrije massa wordt bedoeld: spieren, banden, pezen, botten, organen, water et cetera. Je lichaam bestaat enerzijds uit vet wat het lichaam nodig heeft en anderzijds uit vet wat het lichaam niet nodig heeft. Bij het bepalen van je vetpercentage wordt er dus aangegeven hoeveel je totale gewicht uit vet bestaat.
Hoog of laag vetpercentage
Wanneer je vetpercentage te hoog is, kan dat schadelijk zijn voor de gezondheid. Bovendien kost het je lichaam meer energie. Ook een te laag vetpercentage kan dat voor problemen zorgen. Het leidt bijvoorbeeld tot een tragere verbranding van vetten. De vetten zijn belangrijk voor de orgaanbescherming. Vet wordt opgeslagen onder de huid. Door de huid op te tillen kun je de dikte meten. De meest toegankelijke meetplekken zijn: bovenarmen, bovenbenen, rug en buik. In dit geval gaat het om een zogeheten huidplooimeting. Deze kun je zelf doen.
Onderwaterdompeling
Onderwaterdompeling is ook een manier om het vetpercentage te meten. De berekening wordt dus gemaakt met behulp van water. Er wordt een speciale watertank gebruikt. De dichtheid van vetmassa en vetvrije massa zijn constant. Het gewicht in het water en buiten het water wordt dan met elkaar vergeleken. Spierweefsel en botten zijn zwaarder dan water. Door de twee getallen en de dichtheid van het water kan de dichtheid van je lichaam worden bepaald.
Nauwkeurige inschatting
Met de uitkomst kan een nauwkeurige inschatting worden gemaakt over de lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa). Natuurlijk ga je deze methode niet thuis toepassen. Hij is gewoonweg niet praktisch. Het aanschaffen van een watertank kost veel geld. Mocht je sowieso al niet zo’n waterheld zijn, dan is deze methode af te raden! Wel leuk dat je het hebt gelezen. Dan kun je het je vrienden nog eens vertellen! ?
Digitale meting
Een meer geschikte manier voor het meten van het vetpercentage is door een digitale meting te doen. Het gaat om een specifieke weegschaal die elektroden door je lichaam kan sturen en de weerstanden kan bepalen. Het zijn impulsen waar je niks van voelt. Door het geleidingsvermogen van je lichaam wordt je vetpercentage gemeten. Indien de vetvrije massa groter is, is het geleidingsvermogen ook groter. Een dergelijke weegschaal geeft je snel inzicht in je vetpercentage. In onze Personal trainingsstudio kan ik zo’n digitale meting doen.
Gezond vetpercentage
Mannen hebben van nature een lager vetpercentage dan vrouwen. Ook wordt het vet bij vrouwen op andere plekken in het lichaam opgeslagen. Zo wordt het bij mannen eerder rondom de buikstreek opgeslagen, waar het bij vrouwen meer bij de borsten en bovenbenen wordt opgeslagen. Hieronder heb ik een overzicht gezet voor je. Ze geven je een goede richtlijn over een gezond vetpercentage voor een bepaalde leeftijd. Dames gaan voor wordt mij regelmatig verteld, dus vandaar eerst een overzicht voor de vrouwen! ?
Leeftijd vrouw | Te laag | Normaal | Te hoog | Veel te hoog |
20-39 | Lager dan 21 % | 21-33 % | 33-39 % | Hoger dan 39 % |
| 40-59 | Lager dan 23 % | 23-34 % | 34-40 % | Hoger dan 40 % |
60-79 | Lager dan 24 % | 24-36 % | 36-42 % | Hoger dan 42 % |
Leeftijd man | Te laag | Normaal | Te hoog | Veel te hoog |
20-39 | Lager dan 8 % | 8-20 % | 20-25 % | Hoger dan 25 % |
40-59 | Lager dan 11 % | 11-22 % | 22-28 % | Hoger dan 28 % |
60-79 | Lager dan 13 % | 13-25 % | 25-30 % | Hoger dan 30 % |
Atletische bouw
Een atletische bouw bij de mannen betekent een vetpercentage variërend van 5 tot 13%. Indien je als man zichtbare buikspieren wilt ontwikkelen is een vetpercentage van ongeveer 10% raadzaam. Het is een advies wat over het algemeen ook voor droogtrainen geldt. Een atletische bouw bij de vrouwen betekent een vetpercentage variërend van 13 tot 20%. Bij een vrouw is een vetpercentage van onder de 16% raadzaam bij droogtrainen.
Try-out actie!
Het meten van het vetpercentage is weliswaar een betere maatstaf dan gewicht. Natuurlijk geeft het een goede richtlijn of je op de goede weg bent. Toch is het proces van beter trainen ook belangrijk. Het gaat dus lang niet alleen om getallen, maar vooral ook of je jezelf lekkerder en energieker voelt. Je zult merken hoe snel je sterker wordt en de inspanning beter kunt volhouden. Daar is ook veel voor te zeggen! Wil je graag professionele begeleiding bij het afvallen? In mijn aangepaste try-out actie help ik je graag goed op weg!
